Rabarber telen, oogsten en vermeerderen

De rabarberplant, wetenschappelijk bekend als Rheum rhabarbarum, is een opvallende verschijning in zowel de moestuin als de siertuin. Deze plant, verwant aan de zuring en behorend tot de duizendknoopfamilie, trekt de aandacht met haar imposante bladeren en kleurrijke stelen. Hoewel rabarber vooral bekendstaat om haar veelzijdige gebruik in de keuken, verdient ze ook een decoratieve plek dankzij haar kleurenpalet. De plant kan tot een meter hoog worden en heeft daardoor flink wat ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Ze voelt zich het best op een zonnige standplaats, maar doet het ook prima in halfschaduw.

Rabarber telen en vermeerderen

Rabarber gedijt het best in een zeer vruchtbare, humusrijke bodem met een licht zure pH-waarde. Een te droge of uitgeputte grond zorgt ervoor dat de plant snel in bloei schiet en bloemstengels aanmaakt, wat de opbrengst aanzienlijk vermindert. Om dit te voorkomen, verwijder je bloemstengels meteen zodra ze verschijnen. Rabarber heeft bovendien veel stikstof nodig om grote bladeren en stevige stelen te vormen.

Wil je rabarber vermeerderen, doe dit dan idealiter in november, wanneer de plant in rust is en het niet vriest. Tegen die tijd zijn de bladeren verdwenen en blijft enkel de wortel over. Door te stekken, verjong je de plant en krijg je meer en smaakvollere stelen. Heb je meerdere planten, dan kun je gerust een volledige plant uitgraven. Verwijder de aarde totdat de ‘neuzen’ of groeipunten zichtbaar zijn - deze zijn cruciaal en mogen niet beschadigd worden. Snijd de wortel vervolgens met een scherp mes in stukken, waarbij elk deel minstens één groeipunt en zoveel mogelijk wortelmassa bevat. Heb je slechts één plant, dan volstaat het om de wortel met een spade in tweeën te delen.

Om rabarber goed te laten overwinteren, leg je een laag stalmest of compost rond de pollen - niet op het hart van de plant. Zo sijpelen de voedingsstoffen langzaam de grond in. Een extra laag stro beschermt de ondergrondse delen tegen vorst. Let wel: de bodem moet goed draineren, want een te natte standplaats kan de plant ernstig schaden.

In februari of maart, wanneer de winter voorbij is, geef je de plant een goede start door compost of organische meststof rond het hart te strooien. Herhaal deze bemesting opnieuw na de oogst in juli voor een gezonde, productieve plant.

Rabarber oogsten

De oogst van rabarber vindt plaats van april tot aan de langste dag, rond 21 juni. Daarna begint het oxaalzuur zich opnieuw vanuit de bladeren naar de stelen te verplaatsen, waardoor het af te raden is om nog te oogsten. Voor een gezonde plant is het belangrijk de bladstelen niet af te snijden, maar ze met een draaiende beweging los te trekken. Afsnijden kan leiden tot rot in de overblijvende stengelbasis, wat de hele plant kan aantasten.

Om correct te oogsten, grijp je de steel stevig vast aan de basis, draai je ze een kwartslag en trek je ze vervolgens voorzichtig los. Daarna verwijder je het blad met een scherp mes, zodat enkel de eetbare steel overblijft. Laat het blad niet aan de steel zitten: het verdampt vocht en maakt de stengel taai.

Wil je vroeger oogsten, dan kun je rabarber forceren door te bleken. Vanaf januari of februari, zodra de eerste knoppen verschijnen (afhankelijk van het ras), plaats je een bleekpot of stolp over de plant om het licht weg te nemen. In de donkere, warme omgeving die zo ontstaat, ontwikkelt de plant zachtere, mildere stengels met minder oxaalzuur. Het resultaat is een heerlijk malse en knapperige voorjaarsdelicatesse.

Rabarber in de keuken

Oorspronkelijk werd rabarber vooral gewaardeerd om haar geneeskrachtige eigenschappen, maar tegenwoordig schittert ze vooral in zoete bereidingen zoals confituur, taarten, crumbles en compotes. Hoewel rabarber vaak in desserts wordt gebruikt, is het in botanische zin een groente. De plant vormt namelijk geen vruchten, wat een kenmerk is van fruit.

Bij het bereiden van rabarber worden uitsluitend de stelen gebruikt; de bladeren zijn giftig vanwege hun hoge gehalte aan oxaalzuur. De stelen bevatten beduidend minder van deze stof en zijn daarom wel eetbaar. Oxaalzuur veroorzaakt de typische zure smaak én het wat stroef, ruw gevoel op de tanden - een sensatie die je ook kent van spinazie of zuring.

Jonge stelen, van ongeveer twee tot vier weken oud, bevatten het minst oxaalzuur en zijn dus het meest geschikt voor consumptie. Omdat oxaalzuur de opname van calcium in het lichaam kan belemmeren, wordt aangeraden om rabarber niet vaker dan twee keer per week te eten. Vooral voor kinderen in de groei en ouderen met risico op botontkalking is dit belangrijk. Oudere, te laat geoogste stelen bevatten namelijk meer oxaalzuur.

Er bestaan zowel rassen met groene als met rode stelen. De rode variëteiten leveren doorgaans een kleinere oogst, maar hun smaak is milder en zoeter dan die van de groene, die zuurder smaken.

Voor de bereiding verwijder je de harde onderkant van de steel en eventueel de taaie draden. Spoel de stelen goed, snijd ze in stukken, en kook ze vervolgens gaar voor verder gebruik.

  • Inspirerend
  • PLEZIERIG
  • BETROUWBAAR
  • BETAALBAAR
  • TOEGANKELIJK