Rabarber telen, oogsten en vermeerderen
De rabarberplant, wetenschappelijk bekend als Rheum rhabarbarum, is een opvallende verschijning in zowel de moestuin als de siertuin. Deze plant, verwant aan de zuring en behorend tot de duizendknoopfamilie, trekt de aandacht met haar imposante bladeren en kleurrijke stelen. Hoewel rabarber vooral bekendstaat om haar veelzijdige gebruik in de keuken, verdient ze ook een decoratieve plek dankzij haar kleurenpalet. De plant kan tot een meter hoog worden en heeft daardoor flink wat ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Ze voelt zich het best op een zonnige standplaats, maar doet het ook prima in halfschaduw.

Rabarber telen en vermeerderen
Rabarber oogsten
De oogst van rabarber vindt plaats van april tot aan de langste dag, rond 21 juni. Daarna begint het oxaalzuur zich opnieuw vanuit de bladeren naar de stelen te verplaatsen, waardoor het af te raden is om nog te oogsten. Voor een gezonde plant is het belangrijk de bladstelen niet af te snijden, maar ze met een draaiende beweging los te trekken. Afsnijden kan leiden tot rot in de overblijvende stengelbasis, wat de hele plant kan aantasten.
Om correct te oogsten, grijp je de steel stevig vast aan de basis, draai je ze een kwartslag en trek je ze vervolgens voorzichtig los. Daarna verwijder je het blad met een scherp mes, zodat enkel de eetbare steel overblijft. Laat het blad niet aan de steel zitten: het verdampt vocht en maakt de stengel taai.
Wil je vroeger oogsten, dan kun je rabarber forceren door te bleken. Vanaf januari of februari, zodra de eerste knoppen verschijnen (afhankelijk van het ras), plaats je een bleekpot of stolp over de plant om het licht weg te nemen. In de donkere, warme omgeving die zo ontstaat, ontwikkelt de plant zachtere, mildere stengels met minder oxaalzuur. Het resultaat is een heerlijk malse en knapperige voorjaarsdelicatesse.

