Citrusplanten op je terras
Citrusplanten zijn de laatste jaren razend populair als terrasplanten - en terecht! Met hun frisse geuren, zomerse kleuren en eigen fruitoogst brengen ze meteen dat heerlijke vakantiegevoel naar je tuin of balkon. In de zomer zorgen ze voor een mediterrane sfeer, en ’s winters houden ze je terras groen.
Wel belangrijk: citrusplanten kunnen niet tegen vorst. Zet ze daarom in een bloempot op wieltjes, zodat je ze makkelijk naar binnen rolt als het koud wordt.
Ze zijn er in alle soorten en maten - van felgeel tot dieporanje, en van heerlijk zoet tot lekker zuur. Ideaal als gezond tussendoortje, in een gerecht, of verwerkt in een smoothie of vers sapje. Bekende soorten zijn mandarijn, citroen, limoen, sinaasappel, kumquat en grapefruit. Wat ze gemeen hebben? Die typische mediterrane look: een stevige stam met een weelderige, groene kroon.
De eerste was citroen
Citrusplanten roepen meteen beelden op van een zonnige reis naar Spanje of Portugal, maar hun oorsprong ligt nog veel verder weg, in de moessongebieden van Zuidoost-Azië. De citroen was de eerste citrusvrucht die Europa bereikte en wordt al meer dan 4000 jaar geteeld, met duizenden variëteiten als resultaat. Vanaf de 16e eeuw volgden ook de sinaasappel en later de mandarijn. Dankzij het ideale klimaat rond de Middellandse Zee gedijen ze daar nu perfect.
Gebruik een pot of kuip
Yes! Je hebt je eerste citrusplant in huis, en nu? Bij aankoop staan de meeste citrusplanten in harde kleigrond. Wanneer je de plant verpot naar een grotere pot of kuip (doe dit in het voorjaar of de zomer), spoel dan voorzichtig de klei weg en gebruik speciale kuipplantengrond. Deze grond bevat voldoende voedingsstoffen en houdt vocht goed vast. Zorg ervoor dat de pot of kuip drainagegaten heeft zodat overtollig water weg kan. Klaar! Dit was het zwaarste deel. De komende 3 tot 5 jaar hoef je niet meer te verpotten.
Zoek een plaatsje
Nu je citrusplantje geplant is, is het tijd om te bedenken waar je hem wilt neerzetten. Het is een prachtige, decoratieve plant met een heerlijke geur tijdens de bloei, dus een plek in het zicht, dicht bij het terras, een deur of raam is ideaal. Maar de plant heeft zelf ook enkele voorkeuren: ze houdt van een beschutte, zonnige plek. Dit kan dicht bij de woning zijn of in een beschut hoekje. Als je haar die ideale plek geeft, zal ze je belonen met heerlijk geurende bloesems.
In de winter verhuis je de plant bij de eerste nachtvorst naar binnen of naar een serre, waar de temperatuur rond de 5 à 10°C ligt. Zorg voor een lichte, onverwarmde ruimte en geef af en toe water, zodat de grond niet uitdroogt, want de plant gaat nu in winterslaap. Als de bladeren beginnen te vallen en takken afsterven, staat ze waarschijnlijk te donker. Na de IJsheiligen (15 mei), als de nachtvorst voorbij is, kan de plant weer naar buiten. Laat haar eerst een weekje rustig ontwaken op een half- tot schaduwrijke plek.
Geef extra voeding
Citrusplanten groeien rond de periode van april tot september. Dit betekent dat ze extra voeding en energie nodig hebben om nieuwe vruchten en bladeren aan te maken. Geef ze in die periode om de twee weken extra organisch meststoffen. Bijkomend zorgt bloedmeel voor mooie groene bladeren en vruchten, terwijl beendermeel (stikstof) de groei bevordert.
Snoei de plant bij
De beste tijd om te snoeien is in het voorjaar, voordat de plant nieuwe bloeischeuten krijgt. Zo kan de plant zijn energie richten op de takken die blijven staan. Later snoeien kan onherstelbare schade veroorzaken.
Snoei met het doel een open boomstructuur te creëren: begin met het verwijderen van de rechtopstaande takken, gevolgd door de zijtakken. Laat vijf tot zes knoppen per tak over. Takken die naar binnen groeien of waarvan de bladeren naar beneden hangen, kun je ook wegknippen.
