Treurvijg

Standplaats

De Ficus houdt van veel licht, maar vermijd te felle zon. Een plaatsje op 2-3 meter afstand van een raam op het zuiden, of direct voor een raam op het noorden, westen of oosten is ideaal. Bij onvoldoende licht zal de Ficus minder snel groeien en bladeren verliezen.

Eenmaal geplaatst, verplaatst je de Treurvijg bij voorkeur niet meer, omdat ze zich aanpast aan het aanwezige licht. Een nieuwe locatie kan haar energie kosten, wat soms leidt tot bladverlies. Denk dus goed na voordat je een vaste plek kiest.

Merk je dat de plant naar één kant groeit? Draai de Ficus dan voorzichtig in kleine stapjes, zodat ze zich langzaam aanpast aan de nieuwe positie.

Water geven

De grond van de Treurvijg moet altijd licht vochtig zijn, maar vermijd natte wortels. Geef haar kleine hoeveelheden water op kamertemperatuur. In de zomer geef je tweemaal per week water; in de winter volstaat eenmaal per week.

Twijfel je over de hoeveelheid? Steek dan een vinger in de aarde om te controleren. Is de grond na twee dagen droog, geef dan iets meer water. Als de grond na een week nog nat is, geef je te veel water. In de zomer kan je de plant kort buiten zetten om het stof af te spoelen, wat helpt tegen spint.

Temperatuur en luchtvochtigheid

De Treurvijg doet het goed in een warme ruimte met een hogere luchtvochtigheid. Ze groeit optimaal bij kamertemperaturen van minstens 14°C overdag en 8°C ‘s nachts. Plaats de plant niet op tochtige plekken.

Voeding

Geef de Ficus geen voeding in de herfst en winter. Vanaf de lente, wanneer de plant weer actief wordt, kan je maandelijks wat voeding toevoegen. Overmatige voeding kan de grond verzuren, waardoor de plant moeilijker water opneemt.

Snoeien

Snoei de Ficus eenmalig in het voorjaar om haar vorm te behouden en groei te stimuleren. Verwijder ook kale en beschadigde takken. Onder goede omstandigheden kan de Treurvijg zelfs tot 3 meter hoog worden!