De huismus: vogel van het jaar 2024!
De huismus is uitgeroepen tot de vogel van het jaar 2024! Hoewel deze leuke vogel algemeen bekend is, is het een bijzonder kwetsbare soort. Sinds 2007 is hun aantal met meer dan 42 procent afgenomen, waardoor ze al enkele jaren op de 'Rode Lijst' staan. De huismus verdient daarom onze volle aandacht!
Een gezonde kolonie bestaat uit een 20-tal paartjes. Ze vertoeven graag in de buurt van mensen, en eenmaal ze een geschikte woonplek hebben gevonden, kunnen generaties lang op dezelfde locatie blijven.
Helaas ondervinden huismussen steeds meer moeilijkheden bij het vinden van geschikte nest- en schuilplaatsen in de winter. Dit komt deels doordat er steeds minder plaatsen zijn waar ze onder de dakpannen hun nest kunnen bouwen, maar ook door de afname van (kleinschalig) groen en de daarmee gepaard gaande voedseltekorten. Gelukkig kunnen wij ons steentje bijdragen en voor hen een geschikte nestkast ophangen en een lekkere maaltijd voorzien!
Ben je niet zeker of huismussen jouw tuin bezoeken? Lees dan zeker verder om te leren hoe je huismussen kunt herkennen, en ontdek hoe je mannetjes en vrouwtjes van elkaar kunt onderscheiden. Want niet elke mus is een huismus!
Huismus (Passer domesticus)
De huismus is een zeer sociale vogel die altijd in kolonies leeft. In plaats van de winter te ontvluchten naar tropische oorden, blijft hij graag knus bij ons. Als je een rijkelijk gevulde voedertafel hebt en er is genoeg ruimte in jouw buurt voor de hele kolonie om zich te nestelen, maak je zeker kans om de huismus op bezoek te krijgen!
Hoe kan je de huismus herkennen?
- De vogel is ongeveer 14 à 15,5 cm groot.
- Er is een sterk verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Mannetjes zijn donkerder van kleur en hebben een grijze kruin. Hun kin, keel en middenborst (bef) zijn zwart. Het onderlichaam en de wangen zijn grijs en ze hebben roodbruine zijden met een opvallend brede witte vleugelstreep.
- Het vrouwtje heeft een eenvoudig lichtbruin verenkleed maar met een herkenbare bleke wenkbrauwstreep.
- Mannetjes pronken met een stevige donkere snavel, terwijl vrouwtjes een lichtere snavel hebben.
- Hun geluid is kenmerkend, het getsjilp en gekwetter weerklinkt sterk in groep.
Wat eet de huismus?
De huismus houdt van een gevarieerd menu, bestaande uit zaden, granen en insecten. Maar ook broodkruimels, pinda's, vetbollen en een graantje dat ze meepikken bij de kippen, vallen in de smaak. Of ze nu op de grond scharrelen, aan de voedertafel smullen of zich tegoed doen aan lekkernijen uit een voedersilo, het lijkt deze vogels allemaal niet zoveel uit te maken.
Wat kunnen we doen om de huismus te helpen?
- Voorzie nestgelegenheid en slaapplaatsen voor de winter. Het zijn kolonievogels die graag met meerdere koppeltjes bij elkaar broeden.
- Zorg ervoor dat de mussen onder jouw dak kunnen wonen, eventueel gebruik makend van speciale mussenpannen.
- Plant een natuurlijke haag waar ze in de winter kunnen schuilen of laat een gevel met klimplanten begroeien.
Ringmus (Passer montanus)
De ringmus voelt zich vooral thuis in landelijke gebieden zoals knotwilgen, boomgaarden en hakhout. In de stad zie je ze minder. Ze zijn holenbroeders en hebben natuurlijke holtes of nestkasten nodig om te broeden. Ook dakpannen, spleten in gebouwen of schuren zijn aantrekkelijke nestplaatsen. Hoewel de meeste vogels in hun broedgebied blijven, zwerven sommigen rond. Helaas is hun aantal aanzienlijk afgenomen en ze staan op de 'Rode Lijst' van Nederlandse broedvogels.
Hoe kan je de ringmus herkennen?
- Mannetje en vrouwtje lijken sterk op elkaar.
- Roodbruine kop, lichte wangen en een kenmerkende zwarte vlek op de oorstreek.
- Zwarte bef enkel op kin en keel.
- Een bijna doorlopende witte halsband die bij de huismus ontbreekt.
- Geluid: lijkt op dat van de huismus maar is zachter en nasaler, klinkt als "tsjep".
Wat eet de ringmus?
Ringmussen bezoeken in de winter graag de voedertafel, maar pikken ook zaden van de grond. Hun dieet bestaat vooral uit strooivoer, onkruidzaden en zonnebloempitten, aangevuld met insecten.
Wat kunnen we doen om de ringmus te helpen?
- Door de grootschalige landbouw is hun natuurlijk leefgebied bedreigd. Houtwallen en natuurlijke heggen zijn grotendeels uit het landschap verdwenen. Hierdoor is er een voedseltekort en een gebrek aan nestgelegenheid.
- Plant een natuurlijke inheemse haag zoals meidoorn of liguster. Hang nestkasten op in de tuin (soortgelijke kasten voor koolmees) en biedt voedsel aan zoals zaden en zonnebloempitten.
- Ruim de tuin niet al te netjes op en laat een hoekje met wilde planten staan. Zorg voor biodiversiteit in je omgeving.
Heggenmus (Prunella modularis)
De heggenmus lijkt op een mus, maar behoort tot een andere familie en is niet verwant aan de huis- of ringmus. Dit onopvallende vogeltje zie je vaak alleen en het trippelt rustig tussen de struiken in de tuin. Hij bezoekt zelden de voedertafel, omdat hij zijn voedsel liever op de grond zoekt. Vroeger kwam hij vooral in bossen voor, maar tegenwoordig vind je hem vooral in tuinen in steden en dorpen. Heggenmussen houden van plekjes met veel struiken, houtwallen en heggen.
Hoe kan je de heggenmus herkennen?
- De vogel is 13 tot 15 cm groot.
- Het mannetje en het vrouwtje zijn gelijkend. Ze hebben een donkere puntige snavel, een blauwgrijze kop en borst met gestreepte flanken. De tekening van de rug doet denken aan die van de huismus.
- Zijn zang is opvallender dan zijn voorkomen. In het voorjaar zingt het mannetje een helder lied met haastig op en neer gaande tonen, vaak vanuit de top van een boom of struik.
Wat eet de heggenmus?
De heggenmus eet voornamelijk insecten die hij op de grond en tussen beplanting vindt, in de winter aangevuld met zaden.
Wat kunnen we doen om de heggenmus te helpen?
- Zoals vele dieren heeft ook deze vogel geen baat bij een strakke en verharde tuin. Bouw aan een vogelvriendelijke tuin waar de heggenmus welkom is. Richt hem in met struiken en heggen afgewisseld met open plekken. Kies voor een alternatieve waterdoorlatende verharding waar insecten zich kunnen ontwikkelen.
- De heggenmus profiteert mee van de voederplaats die je inricht voor andere vogels. Ze pikken de graantjes op die anderen op de grond laten vallen, op voorwaarde dat de voederplek voldoende beschut staat. Je kan ook wat voer strooien nabij een struik of dichte beplanting.
- Ze maken hun nest in struiken of heggen en niet in nestkasten.