Waarop letten bij het ophangen van een nestkast?
Broedende vogels houden van rust en kiezen liever een veilige, rustige plek. Zorg er daarom voor dat de aanvliegroute naar de nestkast vrij is, zodat ze makkelijk in- en uit kunnen vliegen. Beplanting in de buurt helpt jonge vogels bij het uitvliegen, maar let erop dat takken en bladeren niet voor de opening hangen.
Let ook op de juiste oriëntatie: hang de nestkast niet met de opening naar het westen, omdat regen en wind vaak uit die richting komen. Dit kan de kast van binnen nat en te koud maken. De ideale richting? Noordoost tot zuidoost, op een plek waar de nestkast niet in de volle zon hangt, zodat het binnen niet te warm wordt.
Zorg er ook voor dat de nestkast buiten het bereik van katten en andere roofdieren hangt, op een hoogte van 1,5 tot 2 meter. Een goed geplaatste nestkast maakt alle verschil: vogels kiezen alleen een plek die echt veilig voelt!