Welke roofvogels kun je in de tuin aantreffen?

Je woonomgeving heeft natuurlijk een grote invloed op de roofvogels die je in je omgeving kan tegenkomen. Ontdek hier de soorten die in onze contreien voorkomen en waar en wanneer je het meeste kans loopt ze te spotten. 

De aanwezigheid van roofvogels in je tuin hangt sterk af van de omgeving waarin je woont. Eén van de meest voorkomende dagroofvogels in onze tuinen is de sperwer (Accipiter nisus). Deze behendige havikachtige staat bekend om zijn bliksemsnelle aanvallen en wordt vaak slechts als een grijze flits waargenomen wanneer hij (vooral) kleine zangvogels achterna zit. In de winter loont het de moeite om de voedertafel goed in de gaten te houden. Sperwers voelen zich steeds meer thuis in stedelijke gebieden, waar stadsduiven een geliefde prooi vormen. Ook de havik (Accipiter gentilis), een grotere verwant van de sperwer, duikt af en toe op in steden. Minder in de tuin, maar in tuinen die grenzen aan een bosrand kan hij weleens opduiken.

De torenvalk (Falco tinnunculus), een kleinere valkensoort, laat zich ook wel eens zien in tuinen, al zie je hem meestal langs wegen, zittend op lantaarnpalen of weidepaaltjes. Karakteristiek is zijn herkenbare ‘bidhouding’ waarbij hij stil in de lucht hangt boven akkers of graslanden. Opvallend is het kleurverschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Ook torenvalken voelen zich inmiddels goed thuis in stedelijke omgevingen. De slechtvalk (Falco peregrinus), zijn grotere neef en de snelste vogel ter wereld, komt in heel België voor. Deze indrukwekkende roofvogel wordt zelden in tuinen gezien en verschijnt meestal als een stip hoog in de lucht, speurend naar prooien.

Wanneer je richting het platteland trekt, waar open weilanden afgewisseld worden met bosrijke gebieden, neemt de kans op meer verschillende roofvogelwaarnemingen toe. Af en toe duikt een buizerd (Buteo buteo) op in de tuin, vooral jonge exemplaren die op zoek zijn naar voedsel belanden wel eens in een achtertuin. In gunstige omstandigheden kun je zelfs nachtelijke roofvogels aantreffen in de tuin. Denk aan de kerkuil (Tyto alba), de bosuil (Strix aluco) en de steenuil (Athena noctua). Deze soorten worden meestal waargenomen bij zonsopgang of tijdens de schemering.

Torenvalk - Falco tinnunculus - Valken (Falconidae)

  • Kleine dagroofvogel (+/- 30 cm).
  • Spanwijdte: 70 tot 80 cm.
  • opvallend kleurverschil tussen beide geslachten: het mannetje heeft een blauwe helm en roodbruine vleugels met donkere vlekken en een blauwe staart. Het vrouwtje is geheel bruin met donkere vlekken.
  • Korte spitse vleugels en lange rechte staart, worden vaak al biddend (heel snel met de vleugels slaan terwijl ze op dezelfde plaats in de lucht blijven hangen om de prooi te bespieden) waargenomen langs snelwegen of wegbermen op zoek naar kleine knaagdieren of insecten. 

Sperwer - Accipiter nisus - Havikachtigen (Accipitridae)

  • Kleine dagroofvogel (+/-30 cm), het vrouwtje is zichtbaar groter dan het mannetje. 
  • Spanwijdte: 60 tot 80 cm.
  • Donkergrijze veren met bleek gestreepte borst en brede vleugels. Lange gebandeerde staart, lange gele poten, opvallend gele iris.
  • Jaagt vanuit de dekking of vanuit een snelle vlucht op zangvogels, het vrouwtje vangt zelfs prooien met het formaat van een duif.

Slechtvalk - Falco peregrinus - Valken (Falconidae)

  • Middelgrote dagroofvogel (+/- 45 cm), het vrouwtje is zichtbaar (tot 30%) groter dan mannetje
  • Spanwijdte: 90 tot 110 cm.
  • Vaalwitte onderzijde met donkere bandering, bovenzijde en kop donker loodgrijs met opvallende baardstreep.
  • Verrast prooien in volle vlucht met een zeer snelle stootvlucht tot 300 km/uprooidieren zoals eenden, duiven en meeuwen overleven dit zelden. 
  • Wordt ingezet in steden ter bestrijding van stadsduiven.

Havik - Accipiter gentilis - Havikachtigen (Accipitridae)

  • Middelgrote dagroofvogel (+/- 50 cm), het vrouwtje is opvallend groter dan mannetje. 
  • Spanwijdte: 95 tot 125 cm.
  • Het mannetje is vaalbruin met een gestreepte witte borst, het vrouwtje is leigrijs. Lange vierkante gebandeerde staart en korte stompe vleugels.
  • Gebruikt zeer snelle vlucht (tot 80 km/u) om prooien als houtduiven, eksters, fazanten, uilen of konijnen te slim af te zijn.

Buizerd - Buteo buteo - Havikachtigen (Accipitridae)

  • Middelgrote dagroofvogel (+/- 50 cm) 
  • Spanwijdte 110 tot 130 cm.
  • Voornamelijk bruin - wit verenkleed, maar dit is zeer variabel. De onderzijde is meestal donkerder dan de bovenzijde.
  • Jonge vogels hebben zeer bleke borst met soms geheel witte kop. De snavel is zwart met een gele waslaag een de basis.
  • In vlucht hebben ze brede hoekige vleugels met korte uitgespreide staart. Ze gebruiken vaak lantaarnpalen of een andere hoge uitkijkpost om prooien (meestal kleine zoogdieren) op te sporen.

Steenuil - Athena noctua -  Uilen (Strigidae)

  • Kleine nachtroofvogel (+/- 25 cm)
  • Spanwijdte 50 tot 56 cm.
  • Grijsbruine bovenzijde met witte stippen en bleke gevlekte borst.
  • Brede platte kop met opvallend gele ogen en een norse blik dankzij de bleke wenkbrauwstrepen. De staart is kort.
  • De steenuil jaagt vanop een weidepaaltje of vanuit een fruit- of knotboom op kleine zoogdieren, reptielen of insecten. Deze uil is ook overdag actief.

Kerkuil - Tyto alba - Kerkuilen (Tytonidae)

  • Middelgrote nachtroofvogel (+/- 35 cm)
  • Spanwijdte 80 tot 95 cm.
  • Bovenzijde lichtbruin tot grijs met opvallens witte borst en masker omringd door een hartvormige donkere sluier. De grote donkere ogen staan vooraan op de kop.
  • Opvallend lange poten en een korte staart. Jaagt 's nachts op muizen in en rond de schuur en boven weilanden.

Bosuil - Strix aluco - Uilen (Strigidae)

  • Middelgrote nachtroofvogel (+/- 40 cm)
  • Spanwijdte 80 tot 95 cm.
  • Gevlekt en gestreepte bovenzijde, grijs tot roodbruin. De onderzijde is lichter van kleur met donkere vlekken. De kop is groot en rond met grote zwarte ogen aan de voorzijde. Korte staart.
  • Met zijn sterke donzige poten vangt hij voornamelijk kleine zoogdieren en sporadisch een zangvogel. Jaagt hoofdzakelijk 's nachts.

Roofvogels zijn natuurlijke vijanden van zangvogels, duiven, kleine zoogdieren, reptielen en insecten. Binnen de voedselketen vervullen ze een belangrijke rol. Samen met kraaiachtigen helpen ze ook bij het opruimen van kadavers langs de weg, al worden ze daarbij helaas vaak zelf slachtoffer van het verkeer. Zelfs een klokhuis uit het raam gooien kan onbedoeld leiden tot het overlijden van een roofvogel. Het trekt knaagdieren aan, die op hun beurt roofvogels lokken, wat gevaarlijke jachtvluchten rond rijdende auto’s veroorzaakt.

Voor soorten zoals de uil en de torenvalk kun je nestkasten in de tuin plaatsen om hen aan te trekken. Met raamstickers voorkom je dat een sperwer tegen het raam vliegt. Er zijn dus eenvoudige manieren om roofvogels in de tuin te ondersteunen. 

  • Inspirerend
  • PLEZIERIG
  • BETROUWBAAR
  • BETAALBAAR
  • TOEGANKELIJK