Beukenhaag planten: zo doe je het stap voor stap
Het succes van een dichte, gezonde beukenhaag begint bij een zorgvuldige aanplant. Een goed geplante beuk groeit sneller, voller en blijft vitaler dan eentje die haastig in de grond is gezet. Met een beetje aandacht leg je de perfecte basis.
De ideale plantperiode voor een groene of rode beukenhaag (Fagus sylvatica) loopt van november tot maart. Kies bij voorkeur voor planten met blote wortel – die zijn voordeliger én vers van het veld gerooid. Plant ze bij voorkeur nog dezelfde dag, of kort na levering. Je kunt klein beginnen met haagplanten van zo’n meter hoog, maar veel boomkwekerijen bieden ook grotere exemplaren aan van 2 meter of meer. Die zorgen meteen voor meer privacy.
Een beukenhaag is bladverliezend, maar het verdorde blad blijft in de winter grotendeels aan de takken hangen. Zo blijft je tuin ook in de koude maanden beschut tegen inkijk.

Hoe plant je een beukenhaag?
Een beukenhaag plant je best met de nodige zorg voor een mooi en dicht resultaat.
- Begin met het kiezen van de juiste plantdichtheid: vier à vijf planten per meter is ideaal, afhankelijk van hun grootte. Vraag gerust advies aan je kweker. Wil je een extra volle haag? Plant dan in een dubbele rij in een verspringend (geschrankt) patroon.
- Zorg ervoor dat je de planten niet te lang laat liggen. Kun je niet meteen planten, bewaar ze dan koel, donker en uit de wind. Stop de wortels in een plastic zak of kuil de planten tijdelijk in, bijvoorbeeld in je moestuin. Plant nooit tijdens vorst of bij dreigende vorst.
- Bereid de plantlijn zorgvuldig voor. Span een touw om recht te werken en graaf een sleuf van twee spaden breed. Maak de sleuf zo’n 10 cm dieper dan de lengte van de wortels en maak de bodem goed los met een spitvork.
- Voor een stabiele haag is structuur belangrijk. Sla om de drie meter een paal in van 1,5 tot 2 meter hoog, minstens 30 cm diep, en span ijzerdraad op 50, 80 en eventueel ook op 110 cm hoogte. Zo groeien je planten mooi recht omhoog.
- Controleer de wortels voor je plant. Zijn ze uitgedroogd? Dompel ze dan kort onder in een emmer water. Dat water kun je nadien gebruiken om de haag te begieten.
- Plant vervolgens met zorg. Meng compost of bodemverbeteraar door de losse bodem en zet de planten uit op gelijke diepte. Houd de juiste afstanden aan en vul aan met een mengsel van tuinaarde en compost. Druk de aarde voorzichtig aan rond de wortels.
- Geef na het planten royaal water, langzaam en diep, tot de bodem goed verzadigd is. Strooi daarna een laagje compost van ongeveer 3 cm tussen de planten. Dat houdt vocht vast en remt onkruidgroei.
- Gebruik bindbuis (een rekbare holle draad) om de planten aan te binden en knip de lange zijtakken én de top lichtjes terug. Zo bevorder je een compacte, bossige groei. Gebruik het eerste jaar geen mest.
Tot slot: geef tijdens droge periodes extra water en bemest pas licht in het voorjaar na het planten, bij voorkeur met een organische meststof.
Wat zegt de wet over het planten van een haag?
Volgens de Belgische wetgeving moet een haag minstens 50 cm van de perceelgrens worden geplant, gemeten vanaf de voet van de planten. Wil je de haag precies op de grens plaatsen? Dat kan, maar enkel met uitdrukkelijke toestemming van je buur.
Wanneer de haag op de perceelsgrens staat, wordt die in principe als gemeenschappelijk beschouwd. Jullie delen dan de kosten én het onderhoud, tenzij er onderling andere afspraken worden gemaakt.
Een maximale hoogte voor hagen is niet wettelijk vastgelegd, maar sommige gemeenten hanteren specifieke regels. Informeer dus altijd bij je lokaal bestuur voordat je aanplant.