Groenblijvende planten, mooi in elk seizoen

Wintergroene planten zijn onmisbaar voor elke tuin. Ze behouden hun blad in de winter, zorgen voor structuur in kale stukken en geven het hele jaar door kleur en vorm. Denk aan coniferen, heesters, bodembedekkers en vaste planten: ze creëren lijnen, vullen lege hoeken en bieden schuilplaatsen voor vogels en insecten.

Coniferenbomen, struiken, bodembedekkers of vaste planten: ze hebben allen slimme winterstrategieën: leerachtige bladeren, waslagen of opkrullend blad beschermen tegen kou en uitdroging, en sommige krijgen zelfs een subtiele winterkleur. Nog een extra reden dat deze fantastisch zijn? Ze zijn goede schuilplaatsen voor verschillende dieren zoals vogels, insecten, egels, kikkers en padden. 

Wintergroene planten in de tuin

Loofbomen: Vooral hulstsoorten en -cultivars (Ilex) zijn populaire wintergroene bomen. Ze hebben groen, blauwgroen of bont blad en vrouwelijke planten dragen rode, oranje, gele of witte bessen, mits er een mannelijk exemplaar van dezelfde soort in de buurt staat.

Coniferen: Vrijwel alle coniferen blijven het hele jaar door groen. Uitzonderingen zijn de bladverliezende lariksen (Larix), moerascipres (Taxodium), Metasequoia en Ginkgo. Het loof kan fijn en schubachtig zijn, zoals bij Thuja, of naaldvormig zoals bij sparren, dennen en ceders. Naalden variëren van zacht en mosachtig tot hard en stug. Bekende soorten zijn venijnbomen (Taxus), jeneverbessen (Juniperus), dennen (Pinus), sparren (Picea), zilversparren (Abies), mammoetboom (Sequoiadendron) en ceders (Cedrus). Geschubd loof komt voor bij Chamaecyparis, Thuja, leylandcipres (× Cupressocyparis), Microbiota en Thujopsis. Coniferen zijn er in allerlei tinten groen, blauw, geel en bont en in vormen van hoog opgaand tot breed spreidend, maar ook miniatuur- en smalle zuilvormen.

Heesters: Er zijn tal van sterke en decoratieve wintergroene heesters:

  • Laurierkersen (Prunus laurocerasus) en Prunus lusitanica subsp. azorica: dicht vertakt, met witte geurende bloemen en rode of paarse bessen.

  • Rhododendron, Aucuba (broodboompje), Buxus (randpalmpje) en Hedera hibernica: klassiekers voor structuur en groenblijvende bladdekking.

  • Elaeagnus (olijfwilgen): met goud- of zilverbont blad.

  • Viburnum-soorten, zoals Viburnum tinus ‘Lisa Rose’: wintergroene heester met witte tot roze bloemschermen in de winter en blauwe bessen. Kan in de zon tot halfschaduw, als haag of sierheester in pot.

  • Photinia × fraseri ‘Red Robin’: rood uitlopend blad en wit bloeiend, geschikt voor haag of solitair.

  • Bamboes, Pachysandra, Gaultheria (bergthee) en andere bodembedekkers.

  • Andromeda polifolia ‘Blue Ice’: laagblijvende rotsheide met helderroze klokvormige bloemen in april/mei en grijsblauw blad, houdt van zure grond.

  • Brachyglottis ‘Sunshine’: zilvergrijs blad, gele margrietachtige bloemen in juli/augustus, trekt bijen en vlinders.

  • Daphne odora ‘Aureomarginata’: bontbladig peperboompje met lichtroze geurende bloemen van januari tot maart, gevolgd door rode bessen.

Vaste planten: Veel vaste planten zijn ook wintergroen en decoratief: Bergenia cordifolia (schoenlappersplant), Yucca (palmlelies), Blechnum (dubbelloofvaren), Phormium (Nieuw-Zeelands vlas) en bodembedekkers zoals Acaena buchananii (blauwgroen blad, stekelige vruchtjes), Leptinella potentillina (laagblijvend, geel bloeiend), en Asplenium trichomanes (steenbreekvaren, donkergroen, winterhard).

Klimplanten:

  • Clematis armandii (bosrank): wintergroene klimmer met lederachtig blad dat aanvankelijk bronskleurig is en later donkergroen. Bloeit van maart tot mei met geurende roomwitte bloemen, trekt insecten en vlinders aan, en staat het liefst beschut tegen wind, in zon tot halfschaduw, op goed doorlatende kalkrijke grond.

  • Inspirerend
  • PLEZIERIG
  • BETROUWBAAR
  • BETAALBAAR
  • TOEGANKELIJK