De moestuin in juli

Moestuin:

In volle grond:

• Bereid je alvast voor op het najaar door snelgroeiende, koudebestendige groenten te zaaien, zoals: winterandijvie, veldsla, spinazie, kervel, pastinaak, winterpostelein, worteltjes, radijsjes, koolrabi, bloemkool, peterselie, tuinrapen, rode biet en winterrammenas.
• Tomaten mag je toppen na de vierde vruchttros. Zo gaat alle energie naar de eerste trossen, die in ons klimaat wél goed rijpen. Verwijder dieven, bind de planten op en geef bij met een kaliumrijke meststof voor mooie, stevige vruchten.
• Stok- en pronkbonen top je zodra ze de bovenkant van de stokken bereiken. Dat stimuleert zijscheuten en dus méér bonen.
• Courgettes oogst je best rond de 20 cm. Grotere exemplaren zijn vaak taai en putten de plant uit.
• Let op voor aardappel- en tomatenziekte. Herkenbaar aan roestbruine vlekken en zwart wordende bladeren. Aangetaste planten verwijder je best meteen. Preventief behandelen kan helpen.
• Geef bij droogte regelmatig water, liefst met een druppelslang of regelbare druppelaars zodat het water diep in de grond kan trekken.
• Verwijder onkruid voorzichtig met de hand om je groenten niet te beschadigen.

In een tuinkas of onder glas:

• Wanneer de zon flink schijnt, loopt de temperatuur in de kas snel op. Gebruik een schermmiddel of zorg voor voldoende ventilatie door ramen open te zetten.
• Let op voor witte vlieg en bladluizen: controleer regelmatig en grijp tijdig in.
• Geef water in de ochtend, zodat de planten de nacht droog in gaan.
• Bij rijpende tomaten geef je iets minder water om barsten en neusrot te voorkomen. Houd het vochtgehalte gelijkmatig, tomaten houden niet van schommelingen.

Fruittuin:

Juli is dé maand om te oogsten in de fruittuin, maar ook om bij te sturen.

• Na de laatste oogst kun je de oude bladeren wegknippen. Zo voorkom je schimmelziektes en geef je de planten de kans om nieuw blad te vormen. Laat enkele uitlopers wortelen als je jonge plantjes wilt opkweken.
• Druiven snoei je in de zomer voor meer licht en lucht. Verwijder overtollige bladeren rond de trossen.
• Appels en peren profiteren van een zomersnoei in juli of augustus. Dun kleine vruchten uit zodat de rest mooi dik wordt.
• Kersen, abrikozen, perziken en pruimen snoei je best na de oogst, bij droog weer.
• Bescherm rijpend fruit met vogelnetten of bessenstruikhoezen zodat je zelf ook nog wat kunt proeven.
• Frambozen snoei je na de oogst terug tot aan de grond. Laat maximaal tien nieuwe scheuten staan voor volgend jaar.
• Zwarte bessen knip je na de oogst terug tot op jongere scheuten.
• Bramen laat je wortelen door lange uitlopers op de grond te leiden en te verankeren.
• TIP: Witte aalbessen vallen minder op voor vogels én smaken zelfs iets zoeter dan rode!