Hoeveel water heeft je tuin nodig?
Zodra het warm wordt, raken planten flink wat vocht kwijt via kleine openingen in hun bladeren — hun natuurlijke airco! Om fris te blijven, moeten ze voldoende water uit de bodem kunnen opnemen. Maar hoeveel is nu eigenlijk genoeg? En hoe voorkom je dat je te veel of juist te weinig geeft?
Hier lees je hoe je het watergebruik van je tuin slim kunt afstemmen op het weer en de dorst van je planten.
Wanneer geef je water?
Water is onmisbaar voor gezonde planten, zeker in de moestuin. Maar het juiste moment is minstens zo belangrijk als de hoeveelheid.
De beste timing? Vroeg in de ochtend. De bodem is dan nog koel, het water verdampt niet meteen en de bladeren drogen snel op: ideaal om schimmel te voorkomen.
’s Avonds gieten kan ook, zolang het niet meer te warm is. Maar midden op een hete zomerdag? Liever niet! Dan verdampt het water razendsnel en loop je kans op bladverbranding.
Zie je planten slap hangen? Wacht dan niet tot morgen: geef meteen water bij de wortels. Zo red je ze van uitdroging.
Gebruik je een automatisch sproeisysteem met tijdklok? Laat het gerust ’s nachts draaien, dan is het koel en gaat er minder water verloren.
Hoe geef je water?
Een gieter of tuinslang werkt prima, maar ook met automatische druppelsystemen kun je water geven als een pro. Belangrijk is hoe diep het vocht doordringt.
Mik op de grond bij de wortels in plaats van op de bladeren, zodat het water komt waar het nodig is. Controleer na het gieten of de bodem een paar centimeter diep vochtig is — een simpele vingerproef volstaat!
In de moestuin helpt het om een klein kuiltje rond diepwortelende planten te maken, zoals tomaten of kolen. Zo blijft het water beter staan en kan het rustig in de grond zakken. Geef liever in etappes dan alles in één keer: de bodem neemt dan meer op.
Niet alle planten hebben evenveel water nodig. Het is daarom handig om je moestuin in te delen volgens waterbehoefte:
- Prei en andere ondiep wortelende gewassen hebben tijdens droge maanden in de zomer vaak dagelijks water nodig.
- Tomaten zijn grote drinkers, zeker tijdens de bloei en vruchtvorming. Ze wortelen wel diep, waardoor je ze niet per sé iedere dag hoeft water te geven, maar wél regelmatig en in voldoende hoeveelheid. Zorg dat de bodem rond de wortels goed vochtig blijft.
- Wortelen, pastinaak, bieten, radijzen: kunnen door hun diepe wortels water halen uit diepere bodemlagen. Bij droogte geef je 1 à 2 keer per week royaal water i.p.v. elke dag een beetje.
- Uien, sjalotten, knoflook: kunnen goed tegen droogte, zeker hoe langer ze rijpen. Te veel water geeft eerder risico op rot dan op groeiwinst.
- Snijbiet, boerenkool, postelein: zijn niet zo gevoelig aan droogte
- Spruiten, broccoli, koolrabi, bloemkool: verdragen drogere periodes redelijk goed. Geef regelmatig water in vroege fases en bij vorming van koolkoppen.
- Tijm, oregano, rozemarijn, salie: geef spaarzaam water.
Slim omgaan met het waterbergend vermogen van je bodem
Een gezonde bodem werkt als een spons: hij houdt vocht vast, maar laat ook lucht door. Wormen, compost en mulch zijn hierbij je beste vrienden.
Heb je zware kleigrond of droge zandgrond? Verbeter de structuur door organisch materiaal toe te voegen.
Breng een laag van 2–4 cm compost, oude mest, stro of boomschors aan. Zo blijft de bodem koeler, verdampt er minder water en zakt regen beter in.
-
Inspirant -
Agréable -
Fiable -
Abordable -
accessible